HEILIGE HINDOEÏSTISE GESCHRIFTEN

Het heilige Hindoeïsme heeft een uitgebreide verzameling geschriften die de basis vormen van zijn filosofie, spirituele inzichten en praktijken. Deze geschriften kunnen worden onderverdeeld in verschillende categorieën op basis van hun aard, inhoud en historische ontwikkeling.
Hier zijn enkele van de belangrijkste categorieën van heilige Hindoeïstische geschriften en hoe ze zijn opgebouwd:

De oudste en meest fundamentele geschriften van het Hindoeïsme, die teruggaan tot ongeveer 1500 – 500 v.Chr. Deze geschriften bestaan voornamelijk uit hymnen, gebeden en rituele teksten.

Ze zijn opgebouwd uit vier delen:


SHRUTI

Shruti (letterlijk “dat wat gehoord is”) verwijst naar de oudste en meest gezaghebbende heilige teksten van het Hindoeïsme, die worden beschouwd als goddelijk geopenbaarde kennis. Shruti-teksten omvatten de vier Veda’s (Rigveda, Yajurveda, Samaveda en Atharvaveda) en hun bijbehorende Brahmana’s, Aranyaka’s en Upanishads. Deze teksten worden als tijdloos en onveranderlijk beschouwd en zijn de basis van het Hindoeïstische geloofssysteem.

VEDAS

Vedas: De Vedas zijn de oudste en meest fundamentele geschriften in het hindoeïsme. Ze bestaan uit vier hoofdverzamelingen: de Rigveda, Yajurveda, Samaveda en Atharvaveda. Deze teksten bevatten hymnen, rituelen en kennis over filosofie, spiritualiteit en offers.

UPANISHADS-108 en meer

De Upanishads zijn filosofische verhandelingen die dieper ingaan op de spirituele en metafysische aspecten van de Vedas. Ze onderzoeken onderwerpen als de aard van het zelf (Atman), het goddelijke (Brahman), karma en reïncarnatie.

UPA-VEDAS of UPANISHADS

In de Upanishads vind je diepgaande inzichten over de natuur van het universum, het zelf, de ziel en het goddelijke. Ze bevatten ook discussies over karma, reïncarnatie en de weg naar bevrijding (moksha).


VEDANGES

De Vedanga’s zijn een verzameling oude Indiase geschriften die worden beschouwd als de zes disciplines of takken van kennis die nodig zijn om de Veda’s te begrijpen en te interpreteren.
Zij bieden informatie over verschillende onderwerpen, waaronder fonetiek, grammatica, rituelen, astronomie en kalenders.

De Vedanga’s zijn gericht op religieuze en wetenschappelijke kennis.

Elk Vedanga heeft zijn eigen bijzondere verzen en betekenissen.
Bijvoorbeeld:
de Shiksha Vedanga gaat over de uitspraak van Veda’s en heeft gedetailleerde verzen over hoe elk woord correct moet worden uitgesproken.
De Kalpa Vedanga behandelt rituelen en heeft verzen over hoe ceremonies moeten worden uitgevoerd.

SHIKSHA

Shiksha ( Sanskriet : शिक्षा ; IAST & ISO : śikṣā ) is een Sanskrietwoord dat “instructie, les, leren, studie van vaardigheid” betekent.  
Het verwijst ook naar een van de zes Vedanga’s , of ledematen van Vedische studies over fonetiek en fonologie in het Sanskriet.

VYAKARA

Vyākaraṇa ( Sanskriet:  व्याकरण , lit. ‘uitleg, analyse’, IPA: [ˈʋjaːkɐrɐɳɐ] ) verwijst naar een van de zes oude Vedanga’s, ondersteunende wetenschap verbonden met de Veda’s, die geschriften zijn in het hindoeïsme. Vyākaraṇa is de studie van grammatica en taalkundige analyse in het Sanskrie

 Pāṇini en Yāska zijn de twee gevierde oude geleerden van Vyākaraṇa; beide dateren van enkele eeuwen voor het begin van de gewone jaartelling, met Pāṇini waarschijnlijk uit de vijfde eeuw voor Christus.
Pāṇini’s Aṣṭādhyāyī is de belangrijkste overgebleven tekst van de Vyākaraṇa-tradities.

CHANDRAS VEDANGA

De Chandra Vedanga is een oude tekst uit India en is een van de zes Vedanga’s, wat betekent dat het een deel uitmaakt van de Vedische literatuur. Deze tekst richt zich specifiek op astronomie en astrologie en behandelt verschillende onderwerpen met betrekking tot de maan.

In de Chandra Vedanga vind je informatie over de bewegingen van de maan, maankalenders en astrologie. Het bevat ook informatie over de verschillende fasen van de maan en hoe deze werden waargenomen en gebruikt in de Vedische tijdperk.

  1. Een bijzondere vers in de Chandra Vedanga is “Ashtau samkhyayoh sardham masairviseshah prakirtitah” wat betekent “In acht speciale maanden zijn de helft van de dagen op een speciale manier opgedeeld”. Dit verwijst naar de verschillende manieren waarop de maand werd verdeeld en gebruikt in de Vedische tijdperk.

Niruktha Vedanga

De Niruktha Vedanga is een geschrift uit de Vedische literatuur van het oude India en gaat over de etymologie en interpretatie van de Vedische teksten.

In de Niruktha Vedanga vindt men informatie over de oorsprong, betekenis en interpretatie van woorden en uitdrukkingen in de Vedische teksten. Het geschrift bevat ook regels en methoden voor het juist uitspreken en interpreteren van de Vedische teksten, evenals uitleg over de rol van verschillende goden en godinnen in de Vedische religie.

Een van de bekende verzen uit de Niruktha Vedanga is de Gayatri Mantra, die een belangrijke plaats inneemt in de Vedische religie. Dit vers beschrijft de essentie van het universum en wordt vaak gereciteerd als onderdeel van spirituele en religieuze praktijken.

Gayatri Mantra

Gayatri mutra is een van de oudste mantra’s ter wereld. Het woord Gayatri betekent ritme en bescherming. Het zingen van de Gayatri Mantra beïnvloedt het fysieke lichaam, zuivert het emotionele lichaam en brengt je bij je hartsgevoel. Het is een mantra voor vrede, wijsheid, licht en vertrouwen.

JYOTHISHA VEDANGA

Jyotisha Vedanga is een oude Indiase tekst die zich richt op astronomie en astrologie. Het is een van de zes disciplines van Vedanga en is bedoeld om de Vedische rituelen en offers uit te voeren op basis van de bewegingen van de hemellichamen.

De Jyotisha Vedanga bevat informatie over de bewegingen van de zon, maan en planeten, evenals verschillende astronomische fenomenen zoals eclipsen, equinoxen en solstitia. Het biedt ook richtlijnen voor het bepalen van auspicious tijden voor verschillende activiteiten, zoals reizen, huwelijken, enz.

  1. Een van de bijzondere verzen in de Jyotisha Vedanga is “Yatha drishti tatha srishti”, wat betekent dat de wereld wordt gezien zoals we hem waarnemen. Dit vers legt de nadruk op het belang van waarneming en hoe het onze perceptie van de wereld beïnvloedt.

Een ander bijzonder vers is “As above, so below”, wat aangeeft dat er een verband bestaat tussen de bewegingen van de hemellichamen en de gebeurtenissen op aarde. Dit vers vormt de basis van de astrologie.

KALPA VEDANGA

De Kalpa Vedanga is een geschrift uit de Vedische traditie van het oude India en gaat over de rituelen en voorschriften met betrekking tot de uitvoering van Veda’s.

In de Kalpa Vedanga vind je informatie over de verschillende aspecten van Vedische rituelen, zoals de uitvoering ervan, de benodigde materialen en de betekenis van de rituelen.

Een voorbeeld van een bijzonder vers uit de Kalpa Vedanga is “Om tat sat”, wat betekent “Dat is de waarheid” en wordt gebruikt als afsluiting van veel Vedische rituelen. Het geeft aan dat het ritueel op de juiste manier is uitgevoerd en dat de geest van de offeraar zuiver en oprecht was.

Om Tat Sat” is een Sanskrietmantra die voorkomt in de oude hindoetekst, de Bhagavad Gita. Elk van de drie geluiden is een symbolische voorstelling van God:

Om’ is het geluid van Brahman of de ultieme realiteit.
‘Tat‘ is de mantra van Shiva.
‘Sat’ is de mantra van Vishnu, die ook als waarheid geïnterpreteerd kan worden.

Om tat sat

In de hiërarchie van hindoeïstische geschriften hebben de “Shruti”-teksten de hoogste autoriteit en worden ze beschouwd als de ultieme bron van spirituele kennis en waarheid. Ze hebben een diepgaande invloed gehad op de filosofie, religie en cultuur van India en blijven een belangrijk onderdeel van het hindoeïsme.

SMRITI

Smriti (letterlijk “dat wat herinnerd wordt”) verwijst naar de heilige teksten die gebaseerd zijn op menselijke herinnering en interpretatie van goddelijke openbaring en zijn ontstaan na de Veda’s. Smriti-teksten omvatten epische gedichten zoals de Ramayana en de Mahabharata, die de beroemde Bhagavad Gita bevatten, Purana’s (verhalende geschriften over goden en godinnen), Dharma Shastras (wetten en voorschriften), en vele andere geschriften. Hoewel ze minder gezaghebbend zijn.

ITHIHASA

De Ithihasa is een genre van hindoeïstische geschriften dat zich richt op de epische verhalen van het hindoeïsme. Het omvat de Ramayana en de Mahabharata, die beiden worden beschouwd als de grootste epische gedichten ter wereld.

In deze epische verhalen vindt men een schat aan informatie over de hindoeïstische mythologie, de geschiedenis, de filosofie, de moraal, de politiek, de sociale normen en de spirituele praktijken van de oude hindoeïstische samenleving. Deze verhalen bevatten ook tal van moralistische en ethische lessen.

MAHABHARATA

BHAGAVAD GITA

RAMAYANA

PURANA

De Purana’s zijn een verzameling van achttien heilige geschriften uit de hindoeïstische mythologie. Het woord “Purana” betekent “oude” en deze teksten bevatten verhalen, mythen, legendes, filosofieën en instructies over rituelen en godsdienstige praktijken. Ze zijn geschreven in het Sanskriet en werden samengesteld tussen de 4e en de 16e eeuw na Christus.

AGAMA

De Agamas zijn een verzameling geschriften die voornamelijk betrekking hebben op de praktijk van het hindoeïsme, met name op de rituelen en aanbidding van de goden en godinnen.
Ze beschrijven ook de bouw en architectuur van tempels en de verschillende beelden en symbolen die gebruikt worden bij de verering.

De Vaishnava traditi

De Vaishnavatraditie is een belangrijke stroming binnen het hindoeïsme, die zich richt op de verering van de god Vishnu of een van zijn avatars, zoals Rama of Krishna.
Het woord “Vaishnava” komt van het Sanskriet-woord “Vishnu”, wat betekent “degene die alles doordringt”.
Volgens de Vaishnavatraditie kan men verlichting bereiken door zich te richten op de persoonlijke relatie met Vishnu en door middel van devotionele praktijken zoals puja (rituele verering) en bhakti (devotionele toewijding). De Vaishnava traditie heeft een lange geschiedenis en heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van de Indiase filosofie, literatuur, kunst en muziek.

GESCHRIFTEN

Er zijn verschillende belangrijke geschriften binnen de Vaishnavatraditie.
Enkele van de belangrijkste zijn:

  1. Bhagavad Gita – een bekend en invloedrijk werk dat de leer van de Vedanta-filosofie bevat en de relatie tussen mens en God behandelt.
  2. Shrimad Bhagavatam – een epos dat de levensverhalen van verschillende incarnaties van Vishnu beschrijft, zoals Krishna en Rama.
  3. Ramayana – een epos dat het verhaal vertelt van de avatara Rama, zijn avonturen en gevechten tegen demonen en zijn uiteindelijke triomf.
  4. Mahabharata – een uitgebreid epos dat de strijd beschrijft tussen de Kauravas en de Pandavas, waarbij de Bhagavad Gita een onderdeel van is.
  5. Vishnu Purana – een van de achttien Purana’s, het beschrijft het verhaal van de god Vishnu en zijn avatars.
  6. Narada Bhakti Sutra – een verhandeling over devotionele toewijding en het pad van Bhakti.

GODEN en GODINNEN

Binnen de Vaishnavatraditie zijn er vele goden en godinnen, maar de belangrijkste zijn Vishnu en zijn avatars, Krishna en Rama. Hieronder volgt een korte beschrijving van elk van deze godheden:

  1. Vishnu:
    Vishnu is de belangrijkste godheid in de Vaishnavatraditie en wordt vaak beschouwd als de behouder of beschermer van de wereld. Hij wordt vaak afgebeeld als een blauwe god met vier armen, die in verschillende houdingen staat. Vishnu wordt gezien als de bron van alle schepping en vernietiging in het universum.
  2. Krishna:
    Krishna is een van de meest geliefde en vereerde goden in de Vaishnavatraditie. Hij wordt beschouwd als een avatar van Vishnu en wordt vaak afgebeeld als een herder die de fluit speelt. Krishna staat voor liefde, devotie en spirituele verlichting. Zijn levensverhaal wordt beschreven in de beroemde hindoeïstische tekst, de Bhagavad Gita.
  3. Rama:
    Rama is een andere avatar van Vishnu en is de hoofdpersoon in het beroemde hindoeïstische epos, de Ramayana. Hij wordt beschouwd als een ideale man en koning, die rechtvaardigheid, moed en deugdzaamheid belichaamt.
  4. Lakshmi:
    Lakshmi is de echtgenote van Vishnu en wordt beschouwd als de godin van rijkdom, welvaart en overvloed. Ze wordt vaak afgebeeld met gouden munten en lotusbladeren en wordt vaak vereerd door zakenlieden en handelaars.
  5. Radha:
    Radha is de geliefde van Krishna en wordt vaak gezien als zijn belangrijkste toegewijde. Haar relatie met Krishna staat symbool voor de diepe spirituele liefde en toewijding die men kan hebben tot God.
  6. Hanuman:
    Hanuman is een apengod en wordt gezien als de trouwe dienaar van Rama. Hij staat voor kracht, moed en trouw en wordt vaak vereerd voor bescherming tegen het kwaad.

Deze goden en godinnen zijn slechts enkele voorbeelden van de vele godheden binnen de Vaishnavatraditie. Elk van hen heeft een diepgaande symbolische betekenis en wordt vereerd om verschillende spirituele kwaliteiten en deugden te belichamen.

SYMBOLEN GEBRUIKT binnen DE Vaishnavatraditi

Binnen de Vaishnavatraditie zijn er verschillende symbolen die belangrijk zijn en een diepe betekenis hebben. Hieronder volgen enkele van de belangrijkste symbolen:

  1. Conch Shell (shankha): De conch shell is het symbool van het geluid van het universum en wordt gezien als een oproep tot gebed. Het wordt vaak gebruikt tijdens puja en andere religieuze ceremonies.
  2. Discus (chakra): De discus is het symbool van de macht van Vishnu en wordt vaak afgebeeld in zijn handen. Het symboliseert de vernietiging van onwetendheid en het behoud van de dharma.
  3. Mace (gada): De mace is het symbool van kracht en overwinning en wordt vaak afgebeeld in de handen van Vishnu’s avatar, Hanuman.
  4. Lotus (padma): De lotus is het symbool van zuiverheid en spirituele groei en wordt vaak geassocieerd met de godin Lakshmi, de echtgenote van Vishnu.
  5. Tulsi bladeren (tulsi): Tulsi-bladeren worden beschouwd als heilig en worden vaak gebruikt tijdens puja en andere religieuze ceremonies. Ze symboliseren zuiverheid en offeren.
  6. Om (AUM): De mantra “Om” wordt vaak gebruikt in de Vaishnavatraditie en symboliseert de ultieme realiteit en eenheid.

Deze symbolen worden vaak gebruikt in Vaishnavatempels en worden ook geassocieerd met verschillende goden en godinnen binnen de traditie. Bijvoorbeeld, de conch shell wordt vaak geassocieerd met Vishnu en de discus met zijn avatar Krishna. De lotus wordt vaak geassocieerd met Lakshmi, terwijl de mace wordt geassocieerd met Hanuman.

Shaiva Agama-traditie

De Shaiva Agama-traditie is een van de belangrijkste takken van het hindoeïsme en is gericht op de verering van Shiva, de god van vernietiging en wedergeboorte.
Het is een van de oudste en meest invloedrijke tradities binnen het hindoeïsme en heeft een lange geschiedenis van rituelen, praktijken en filosofieën die zijn ontwikkeld om de aanbidding van Shiva te bevorderen.

DARSHANA