In de Indiase samenleving verwijst “Niyoga” naar een oude praktijk die wordt genoemd in sommige Hindoe-geschriften, waarbij een vrouw die weduwe was of wiens echtgenoot niet in staat was om kinderen te krijgen, werd aangesteld om een kind te krijgen met een andere man. Deze praktijk had voornamelijk tot doel ervoor te zorgen dat de familie-lijn werd voortgezet en dat de vrouw niet kinderloos bleef.
Niyoga wordt vaak geassocieerd met het epische verhaal Mahabharata, waar bepaalde personages zoals Kunti en Madri, de vrouwen van koning Pandu, gebruik maakten van deze praktijk om kinderen te krijgen. Kunti kreeg op deze manier drie zonen, die prominente figuren werden in de Mahabharata, namelijk Yudhishthira, Bhima en Arjuna. Op dezelfde manier kreeg Madri door Niyoga tweelingen, Nakula en Sahadeva.
Het is belangrijk op te merken dat Niyoga een historische praktijk is en dat de relevantie en acceptatie ervan in de moderne Indiase samenleving aanzienlijk zijn afgenomen. Tegenwoordig worden dergelijke praktijken sociaal niet geaccepteerd en ontmoedigen heersende wettelijke en ethische normen dergelijke regelingen.