Apsara

In de hindoeïstische mythologie zijn Apsaras (ook wel apsara’s gespeld) hemelse en bovennatuurlijke wezens die worden beschouwd als hemelse nimfen of danseressen. Ze worden vaak geassocieerd met de goden en verblijven in de goddelijke werelden, zoals Swarga (hemel) of de hoven van goden zoals Indra, de koning der goden.

Apsaras zijn meestal afgebeeld als buitengewoon mooie en gracieuze vrouwen die de kunst van het dansen, zingen en vermaken perfect beheersen. Hun voornaamste doel is om de goden te plezieren met hun dans en muziek en hen te dienen in de goddelijke hoven. Ze worden vaak beschreven als onsterfelijke wezens, die bij de goden wonen en hen dienen met hun kunst en charme.

In hindoeïstische mythologieën worden Apsaras vaak geassocieerd met verhalen van goden, halfgoden of helden die verliefd op hen worden, en deze liefdesverhalen vormen soms een belangrijk onderdeel van epische vertellingen.

Daarnaast komen Apsaras ook voor in de mythologie van andere Zuid-Aziatische culturen, zoals de boeddhistische en de Jain-geschriften. In deze tradities worden ze ook beschreven als goddelijke wezens die in de hemelse rijken leven en vaardigheden hebben op het gebied van dans en muziek.