De “Panchatantra” is een oude verzameling van Indiase fabels en verhalen die oorspronkelijk in het Sanskriet zijn geschreven. Het is een van de oudste bekende collecties van dierenverhalen en wordt beschouwd als een meesterwerk in de Indiase literatuur. De naam “Panchatantra” is afgeleid van het Sanskriet en betekent “vijf boeken” of “vijf lessen.”
De verhalen in de Panchatantra zijn geschreven in de vorm van een raamvertelling, waarbij een aantal dieren als hoofdpersonages fungeren. De verhalen bevatten morele lessen en levenswijsheid, die vaak worden gepresenteerd in de vorm van korte en boeiende verhalen. De verhalen illustreren verschillende aspecten van menselijk gedrag en karakter, en de slimme en vaak humoristische acties van de dieren dienen als middel om deze lessen over te brengen.
De oorsprong van de Panchatantra wordt toegeschreven aan een brahmaan genaamd Vishnusharma, die het werk samenstelde voor de zonen van een koning om hen te onderwijzen in politiek en moraal. De exacte datering van de Panchatantra is niet bekend, maar het wordt verondersteld te zijn samengesteld tussen de 3e eeuw voor Christus en de 5e eeuw na Christus.
Het boek is door de eeuwen heen in verschillende talen vertaald en verspreid over de hele wereld. De Panchatantra heeft een blijvende invloed gehad op de wereldliteratuur en wordt nog steeds gelezen en gewaardeerd vanwege de tijdloze wijsheid en de boeiende verhalen die het bevat.