Andere namen die voor Pingala Nadi worden gebruikt, zijn Pingalika, Dumbhini, Yamina, Yamuna, Aksara, Kalagni, Rudri, Mihira en Candi Nadi.
HERKOMST van de NAAM:
De naam “Pingala” voor de gelijknamige nadi in de yogatradities vindt zijn oorsprong in het Sanskriet, de oude taal van India waarin veel van de yogateksten zijn geschreven. In Sanskriet betekent “Pingala” letterlijk “rood” of “geelachtig.” Deze naam is waarschijnlijk gekozen vanwege de associatie van deze nadi met de zonne-energie of de verwarmende energie (Surya Nadi).
LOOP van de PINGALA NADI:
De Pingala-nadi loopt langs de rechterkant van de wervelkolom in het energetische systeem van het lichaam volgens de Kundalini-yoga en Tantra-tradities.
Hier zijn enkele specifieke details over de loop van de Pingala-nadi:
- Startpunt: De Pingala-nadi begint bij het Muladhara-chakra, dat zich aan de basis van de wervelkolom bevindt. Het Muladhara-chakra wordt vaak geassocieerd met fysieke overleving en basisbehoeften.
- Loop: Vanaf het Muladhara-chakra loopt de Pingala-nadi omhoog langs de rechterkant van de wervelkolom, waarbij hij de chakra’s en subtiele energiecentra doorkruist.
- Eindpunt: De Pingala-nadi eindigt bij het Ajna-chakra, dat zich tussen de wenkbrauwen bevindt. Het Ajna-chakra wordt vaak geassocieerd met intuïtie, inzicht en innerlijk weten.
Tijdens zijn opwaartse reis beïnvloedt de Pingala-nadi verschillende aspecten van het lichaam en de geest en wordt hij vaak geassocieerd met de actieve, verwarmende, mannelijke energie (Surya) die stimulerend en activerend kan zijn.
UIT de LITERATUUR:
In ieder geval vindt men verschillende trajecten (paden) die worden beschreven in oude Yoga-bronnen, zoals:
- Pingala staat rechts van Susumna (Darshana Upanishad);
- Pingala strekt zich uit tot aan het rechter neusgat (Darshana Upanishad);
- Ida is aan de linkerkant en Pingala aan de rechterkant, terwijl de Susumna in het midden staat. Deze drie staan bekend als de paden van Prana (Dhyana Bindu Upanishad);
- De Nadi die links van Susumna staat, is Ida. De Nadi die rechts van Susumna staat is Pingala (Dhyana Bindu Upanishad);
- Ida en Pingala voeren door de neusgaten (Siddha Siddhanta Paddhati);
- Pingala Nadi die de beschermer aan de rechterkant is (Kshurika Upanishad);
- Daar links is Ida, de maannerve; rechts is Pingala, de zonnenerve (Saubhagya Lakshmi Upanishad);
Links van Susumna ligt Ida en rechts staat Pingala. De maan beweegt in Ida en de zon in Pingala (Shandilya Upanishad); - Pingala gaat omhoog naar het rechter neusgat (Shandilya Upanishad);
- Ida is aan de linkerkant en Pingala aan de rechterkant [van Susumna] (Yoga Shikha Upanishad);
- Ida en Pingala staan respectievelijk aan de linker- en rechterkant van Susumna (Yoga Chudamani Upanishad);
- Nadis Ida en Pingala staan links en rechts van Susumna. Ida komt uit de navel en eindigt bij het linker neusgat en Pingala met dezelfde oorsprong eindigt bij het rechter neusgat (Tri Sikhi Brahmana Upanishad);
- Er zijn twee zenuwstromen, Ida en Pingala, langs de wervelkolom en een holle kanaal, Susumna, in het midden (Hamsa Upanishad);
- Het rechter zijvat, dat Pingala is, is een andere vorm van de zon, en de Geefer van Nirvana (Shiva Samhita);
- De Nadi genaamd Pingala bevindt zich aan de rechterkant; wikkelend rond het centrale vat (Sushumna), komt het het linker neusgat binnen (Shiva Samhita);
- De Pingala komt ook op dezelfde manier van het linkerzijgedeelte van de Ajna lotus, en gaat naar het rechter neusgat, en is door ons de Asi (Shiva Samhita) genoemd;
- Pingala bevindt zich aan de rechterkant (Goraksha Samhita);
- Nadis links en rechts staan bekend als respectievelijk Tamasa en Rajasa. Ida is van de aard van de maan en Pingala is van de aard van de zon (Hatha Ratnavali);
- Pingala ligt rechts van de Sushumna en strekt zich uit tot aan het puntje van de neus aan de rechterkant (Yoga Yajnavalkya);
- Ida en Pingala zijn aan zijn [Susumna] links en rechts. Ida ligt aan de linkerkant en Pingala aan de rechterkant (Vasistha Samhita);
- Pingala bezet de rechterkant en gaat omhoog naar het rechter neusgat (Vasistha Samhita);
- In de loop van de tijd wordt door de actie van Vayu een rechte lange Nadi genaamd Sushumna geproduceerd. De mond van de Nadi is naar beneden. Aan elke kant zit een Nadi. Dat links is Ida en dat rechts is Pingala (Prapanchasara Tantra);
- Pingala, verbonden met het rechter scrotum, omringt Sushumna, passeert de linkerheup, gaat naar het hart – en vandaar dat het langs de rechterschouder gaat naar het linker neusgat (Prapanchasara Tantra);
- Ida ligt aan de linkerkant, Pingala aan de rechterkant en Susumna in het midden (Shiva Swarodaya);
- Pingala, naar Svabhavandanatha, op het rechter neusgat (Bhavana Upanishad);
- Ida en Pingala waarin maan en zon continu draaien, komen voort uit de kern van Kanda en lopen respectievelijk door de linker- en rechterkant van Susumna (Hatha Tattva Kaumudi);
- Heil naar het linker deel van het voorhoofd, Pingala, de Sakti gemaakt van Mantra (Bhavana Upanishad).