Yama

De Yama’s vormen de basis van een ethische en morele levensstijl voor yogabeoefenaars. Ze helpen individuen om in harmonie te leven met zichzelf, anderen en de wereld om hen heen. Het volgen van deze principes kan bijdragen aan innerlijke vrede, compassie en een dieper begrip van het spirituele pad.

Yama’s” verwijst naar de eerste van de acht ledematen van Ashtanga Yoga, zoals beschreven in de Yogasoetra’s van Patanjali. De Yama’s vertegenwoordigen morele en ethische richtlijnen die yogabeoefenaars kunnen volgen om een harmonieuze en ethische levensstijl te cultiveren. Ze fungeren als de basisprincipes voor een bewuste en deugdzame manier van leven.

De Yama’s zijn:

  1. Ahimsa (geweldloosheid): Het principe van het niet schaden van andere levende wezens, zowel fysiek als mentaal.
  2. Satya (waarheidslievendheid): Het streven naar eerlijkheid en waarachtigheid in gedachten, woorden en daden.
  3. Asteya (niet-stelen): Het vermijden van diefstal, zowel materieel als in termen van het nemen van andermans tijd, energie, etc.
  4. Brahmacharya (zelfbeheersing): Het cultiveren van beheersing over de zintuigen en het streven naar verstandige omgang met seksuele energie.
  5. Aparigraha (niet-hechten): Het vermijden van hebzucht en het niet vasthouden aan materiële zaken.