Shankara (7e eeuw), India’s beroemdste wijsgeer ooit.
“Je zorgen loslaten, wie zou dat niet willen kunnen?”
Shankara, ook wel Shankaracharya genoemd, (geboren 700 ?, Kaladi dorp ?, India – stierf 750 ?, Kedarnath), filosoof en theoloog, meest bekende exponent van de Advaita Vedanta filosofische school, van wiens doctrines de belangrijkste stromingen van het moderne Indiase denken zijn afgeleid. Hij schreef commentaren op de Brahma-sutra, de belangrijkste Upanishads en de Bhagavadgita en bevestigde zijn geloof in één eeuwige onveranderlijke werkelijkheid (brahman) en de illusie van meervoudigheid en differentiatie.
Vroege leven
Volgens één traditie werd Shankara geboren in een vrome Nambudiri Brahman-familie in een rustig dorp genaamd Kaladi aan de Periyar (Purna) rivier, Kerala, Zuid-India. Hij zou zijn vader, Shivaguru, vroeg in zijn leven hebben verloren. Hij deed afstand van de wereld en werd een sannyasin (asceet) tegen de wil van zijn moeder. Hij studeerde bij Govinda, een leerling van Gaudapada. Over Govinda is niets zeker bekend, maar Gaudapada is opmerkelijk als auteur van een belangrijk Vedanta-werk, Mandukya-karika, waarin de invloed van het Mahayana-boeddhisme – een vorm van boeddhisme gericht op de redding van alle wezens en neigt naar non-dualistische of monistische gedachten – is duidelijk en zelfs extreem, vooral in het laatste hoofdstuk.