“Karmakanda” is een term uit het hindoeïsme die verwijst naar het rituele aspect van het geloofssysteem. Het omvat de praktische en rituele aspecten van het hindoeïsme, zoals ceremonies, offers, heilige rituelen en sacramenten. Karmakanda heeft betrekking op de uitvoering van religieuze handelingen en voorschriften die worden beschreven in de heilige geschriften, met name de Smriti-teksten, die de regels en voorschriften voor deze rituelen bevatten.
Karmakanda is een belangrijk onderdeel van het hindoeïsme en speelt een cruciale rol in het dagelijks religieus leven van hindoes. Deze rituelen worden vaak uitgevoerd voor verschillende doeleinden, zoals het aanroepen van goddelijke zegeningen, het zuiveren van zonden, het eren van voorouders, het vieren van festivals en overgangsrituelen zoals huwelijken en begrafenisplechtigheden.
De uitvoering van Karmakanda vereist vaak specifieke voorschriften, inclusief mantra’s (heilige gezangen), offerandes (zoals voedsel, bloemen en wierook), specifieke rituele handelingen en observatie van bepaalde tijdstippen en datums. De beoefenaar van Karmakanda volgt strikte regels en voorschriften om ervoor te zorgen dat de rituelen op de juiste manier worden uitgevoerd en dat de beoogde spirituele doelen worden bereikt.
Hoewel Karmakanda een belangrijk onderdeel is van het hindoeïsme, is het niet de enige benadering van spiritualiteit binnen de religie. Het staat tegenover Jnanakanda, dat zich richt op kennis en filosofische overpeinzingen, en Bhaktikanda, dat zich richt op de devotie en aanbidding van goden en godinnen. Samen vormen deze drie aspecten (Karmakanda, Jnanakanda en Bhaktikanda) een uitgebreid begrip van het hindoeïstische geloofssysteem.