Binnen de filosofische traditie van advaita vedanta, verwijst “apavada” naar het proces van negatie of eliminatie van onware attributen of identificaties die aan het zelf (atman) worden toegeschreven. Het doel van apavada is om de beoefenaar te bevrijden van de illusie van een afgescheiden individueel zelf en hem te laten beseffen dat het ware zelf identiek is aan het universele Zelf (Brahman).
Apavada is een essentieel concept binnen advaita vedanta, omdat het benadrukt dat de ware aard van het zelf vrij is van alle attributen die gewoonlijk aan de fysieke wereld, de geest, de persoonlijkheid of andere tijdelijke aspecten van de menselijke ervaring worden toegeschreven. Deze attributen worden vaak geassocieerd met egoïsme, lijden en beperkingen.
Het proces van apavada houdt in dat men systematisch de onware identificaties en toeschrijvingen van het zelf ontkent en elimineert. Dit kan worden bereikt door zelfonderzoek, meditatie en contemplatie. Door het ontkennen van onware attributen komt de beoefenaar tot het besef van het zuivere, onveranderlijke zelf, dat transcendentaal is en geen deel uitmaakt van de dualistische wereld van verschijnselen.
Apavada is dus een negatief proces van eliminatie dat leidt tot een positieve realisatie van het ware zelf. Het is een sleutelconcept in de zoektocht naar spirituele verlichting en bevrijding in de advaita vedanta-filosofie.