De term “adhidaivata” komt uit het hindoeïsme en heeft betrekking op de goddelijke of spirituele aspecten die inherent zijn aan de natuurlijke wereld en de kosmos. Het is een concept dat wordt gebruikt om de goddelijke krachten of goddelijke aanwezigheid in de natuur, de elementen en de kosmische verschijnselen te beschrijven.
In de hindoeïstische filosofie en mythologie worden de goden en godinnen vaak geassocieerd met specifieke aspecten van de natuur en de elementen. Bijvoorbeeld, Indra wordt geassocieerd met de regen en bliksem, Agni met vuur, Varuna met water, enzovoort. Deze goden worden beschouwd als de “adhidaivata” van hun respectievelijke domeinen, wat betekent dat ze de goddelijke vertegenwoordigers zijn van die specifieke aspecten van de natuur.
Het concept van “adhidaivata” draagt bij aan het begrip dat alles in de natuur een spirituele dimensie heeft en dat de goddelijke aanwezigheid doordringt in alle aspecten van het leven en het universum. Het staat in contrast met het concept van “adhyatma,” dat verwijst naar het spirituele aspect binnen individuele wezens.
Dit concept is belangrijk binnen het hindoeïsme en draagt bij aan het begrip van de relatie tussen het menselijke en het goddelijke, en hoe de natuurlijke wereld wordt beschouwd als een manifestatie van goddelijke krachten.