Het woord “nitya” is afkomstig uit het Sanskriet, een oude Indo-Arische taal die een belangrijke rol speelt in de klassieke Indiase literatuur, filosofie en religie. “Nitya” wordt vaak vertaald als “eeuwig” of “blijvend” en wordt gebruikt om de eigenschap van voortdurende, tijdloze aard of iets dat altijd bestaat, aan te duiden.
Hier zijn enkele contexten waarin “nitya” wordt gebruikt:
- Nitya in de Filosofie: In de filosofie van het hindoeïsme wordt “nitya” soms gebruikt om de aard van het goddelijke (Brahman) te beschrijven, dat wordt beschouwd als eeuwig en tijdloos. Brahman wordt gezien als de ultieme werkelijkheid die noch ontstaat, noch vergaat, en daarom wordt het vaak aangeduid als “Nitya Brahman.”
- Nitya Karma: In het hindoeïsme verwijst “nitya karma” naar dagelijkse rituele handelingen of plichten die een persoon gedurende hun hele leven moet uitvoeren. Deze handelingen worden beschouwd als spirituele oefeningen die moeten worden nageleefd, omdat ze bijdragen aan spirituele groei en zuivering van de geest.
- Nitya Bhakti: Dit verwijst naar de praktijk van voortdurende toewijding en aanbidding van een godheid of goddelijke kracht, die dagelijks wordt uitgevoerd. Nitya bhakti is een manier om een constante band met het goddelijke te behouden.
- Nitya Samsara: Dit verwijst naar het eeuwige proces van wedergeboorte of reïncarnatie in het hindoeïsme, waarbij de ziel voortdurend wordt gerecycled in verschillende levensvormen totdat zelfrealisatie en bevrijding (moksha) worden bereikt.
Over het algemeen wordt “nitya” gebruikt om de idee van eeuwigheid, continuïteit en tijdloosheid uit te drukken, en het komt vaak voor in verschillende spirituele en filosofische contexten in Indiaanse religies en filosofieën.
Einde Glossary Term