De rig Veda beschrijft in detail de sociale, religieuze, politieke en economische achtergrond van de Rig-Vedische beschaving. Het is het oudste boek in elke Indo-Europese taal en bevat de vroegste vorm van alle Sanskriet-mantra’s die dateren uit 1500 voor Christus.
De Rig-Veda is het oudste van de vier godsdienstige hindoegeschriften die bekendstaan als de Veda’s. De Rig-Veda is ontstaan tussen 1700 en 1100 voor Christus. Deze veda bestaat uit 1017 reguliere verzen plus 11 apocriefe verzen 8.49 – 8.59; in totaal 1028 verzen. Ze zijn geschreven in het vedisch Sanskriet.
De lange verzameling korte verzen bestaat vooral uit lofzangen voor de natuurgoden. De drie belangrijkste goden die worden vernoemd zijn Agni, de god van het vuur, Indra, god van de donder en bliksem en Surya, de zonnegod. Het bevat ook fragmentarische verwijzingen naar historische gebeurtenissen, in het bijzonder verwijzingen naar de strijd tussen de vroege vedische volkeren (bekend als de Ariërs of Arya’s) en hun vijanden, de Dravidiërs.