Inanna is de oude Sumerische godin van liefde, sensualiteit, vruchtbaarheid, voortplanting en ook van oorlog. Ze werd later door de Akkadiërs en Assyriërs geïdentificeerd als de godin Ishtar, en verder met onder andere de Hettitische Sauska, de Fenicische Astarte en de Griekse Aphrodite.
Inanna was de belangrijkste Soemerische godin, beschermgod van Uruk. Haar naam was geschreven met een bord dat een rietsteel voorstelt die bovenaan in een lus is gebonden. Dit komt voor in de vroegste geschreven teksten uit het midden van het vierde millennium voor Christus. Ze wordt ook genoemd in alle vroege godenlijsten onder de vier belangrijkste goden, samen met Anu, Enki en Enlil. In de koninklijke inscripties van de vroege dynastieke periode wordt Inanna vaak genoemd als de speciale beschermster van koningen. Sargon van Akkad eiste haar steun op in strijd en politiek. Het lijkt erop dat het tijdens het derde millennium was dat de godin martiale aspecten verwierf die kunnen voortvloeien uit een syncretisme met de Semitische godheid Ishtar. Inanna’s belangrijkste heiligdom was de Eanna (‘Huis van de hemel’) in Uruk, hoewel ze in de meeste steden tempels of kapellen had. (89)
