De Vrouw. Negenendertig ongepubliceerde erotische gedichten
PIERRE Louÿs 1891

De jonge Pierre Louÿs was gefascineerd door vrouwenlichamen, vooral de geheime, verborgen delen, en met een zeldzame vaardigheid met woorden en poëzie onderzocht hij zijn obsessie grondig in fantasierijke en originele verzen. Tussen maart 1890 en augustus 1891, bijna allemaal binnen zijn twintigste jaar, schreef hij een lange reeks gedichten, meestal in sonnetvorm, waarin hij elk mogelijk detail en aspect van de vrouwelijke anatomie prees en hoe deze te benaderen.
Hij plande een verzameling over het thema, de eerste van verschillende lijsten is die van 26 oktober 1890, bestaande uit:
- het hoofd
- Het lichaam
- De Vulva
- De Ambrosia’s
- De geuren
- De geneugten
- Vrouwenschets
- Liefde
- Posities
- Extase
- Kussen
- Slaap.
Het plan voor de collectie groeide en groeide, op een gegeven moment voor twee boeken, La femme en Les femmes, elk met 144 gedichten, een voorgestelde volgorde was:
- De vulva
- De onderbuik
- De dijen
- De anus
- Het Perineum
- Het schaamhaar
- De Venusberg
- De lippen
- De clitoris
- Het maagdenvlies
- De vagina
- De baarmoeder