François Villon (Parijs (?), 1431 – in of na 1463) was een Franse dichter, dief en landloper.

Villon is de beroemdste dichter uit het Frankrijk van de late middeleeuwen. Hij was de schrijver van onder andere Ballade des pendus, De ballade der gehangenen.

François Villon geboren in 1431 in Parijs (het jaar waarin Jeanne d’Arc op de brandstapel werd verbrand) en verdween uit het zicht in 1463, is de bekendste Franse dichter van de late middeleeuwen. Een nietsnut die betrokken was bij crimineel gedrag en meerdere ontmoetingen had met wetshandhavingsinstanties, Villon schreef over enkele van deze ervaringen in zijn gedichten.

De echte naam van Villon kan François de Montcorbier of François des Loges zijn geweest: beide namen komen voor in officiële documenten die zijn opgesteld tijdens het leven van Villon. In zijn eigen werk is Villon echter de enige naam die de dichter gebruikte, en hij noemt het vaak in zijn werk. Zijn twee dichtbundels, met name “Le Testament” (ook bekend als “Le grand testament”), worden traditioneel gelezen alsof ze autobiografisch waren. Andere details van zijn leven zijn bekend uit gerechtelijke of andere civiele documenten. Uit wat de gedichten ons vertellen, blijkt dat Villon in armoede werd geboren en werd opgevoed door een pleegvader, maar dat zijn moeder nog leefde toen haar zoon dertig jaar oud was. De achternaam “Villon”, vertelt de dichter, is de naam die hij heeft overgenomen van zijn pleegvader, Guillaume de Villon, kapelaan in de collegiale kerk van Saint-Benoît-le-Bétourné, en een professor in het kerkelijk recht, die Villon in zijn huis.

François Villon: de dichter

Villon (1431-1463) is een van de bekendste middeleeuwse Franse dichters. Hij studeerde aan de Sorbonne in Parijs, maar welk vak hij na zijn studies beoefdende, is niet bekend. Als dichter vestigde hij snel naam en faam, vooral omdat hij de hoofse idealen van zijn tijd goed beheerste. Villon paste die hoofse idealen echter lang niet altijd toe. In tegendeel, veel werk van Villon is juist doorspekt met tegendraadse geluiden, die lijnrecht tegen die hoofse idealen in gingen. Veel gedichten zijn gevuld met schunnige grappen, mysterieuze raadsels of hemelen het criminele leven in de straten van Parijs op. Daarbij ontzag Villon niemand, waar nodig noemde Villon personen die hij op de hak nam bij naam en toenaam, of zij nou prostituee of hoogwaardigheidsbekleder waren. In zijn gedichten bedacht Villon vaak ‘nieuwe’ woorden en schroomde niet de ‘straattaal’ uit de Parijse onderwereld in zijn gedichten te verwerken. Al in de decennia na zijn dood werd Villon daarom geroemd, vooral onder avant-gardisten. 

Bij hertog Charles van Orleans vond de criminele dichter bescherming, de hertog bewonderde Villons werk, maar ook onder de hertogelijke bescherming ging Villon over de schreef en kwam in de gevangenis terecht. Doordat de hertog de geboorte van zijn dochter vierde door gevangenen gratie te geven, kwam Villon andermaal vrij. De dichter schreef hierop een ‘brief’ aan de pasgeborene die hij in een gedicht verwerkte dat hij instuurde voor een dichtwedstrijd die de hertog organiseerde.

François Villon

François Villon: de crimineel

Ondanks zijn belangrijke bijdrage aan de Franse literatuurgeschiedenis, staat Villon voornamelijk bekend om zijn criminele leven, dat begon in 1455 toen hij beschuldigd werd van de moord op de priester Sermoise. Villon zou zijn verbannen, maar kreeg gratie en kon terugkeren naar Parijs. Een jaar na de vermeende betrokkenheid op de dood van de priester werden er 500 gouden kronen gestolen uit Collège de Navarrekapel.
Villon werd door een andere verdachte beschuldigd van het nemen van de leiding over de overval. De meeste historici nemen aan dat Villon na deze overval de stad Parijs ontvluchtte. Villon werd officieel beschuldigd van betrokkenheid bij de overval en werd uit Parijs verbannen.

Het Œuvre van François Villon

Het oeuvre van Villon bestaat uit vier delen: Le Lais of de Legaten , het Testament , de Poésies diverses of verspreide gedichten en de teksten in vijftiende-eeuws Bargoens,
de Ballades en Jobelin (zes of elf balladen, daar zijn de villonianen het niet over eens).

Poëzie Bundels

Change this Subheading

LE LAIS

Lees meer …

Change this Subheading

Lees meer …

Change this Subheading

Lees meer …

Change this Subheading

Image Box Title

Change this description

Change this Subheading

Lees meer …

Vertalingen naar het Nederlands:

  • Ernst van Altena, vertaler: Ik ben François wiens naam zo bont is. Balladen van François Villon. Tricht, 1986.
  • Wim de Cock, vertaler en illustrator: Françoys Villon. 1431 – 1463….. Leuven, 1998.
  • K.J.A. Janson, vertaald en ingeleid: François Villon, Het testament van Villon. Amsterdam, 1945.
  • Ernst van Altena, Gedichten. [Doesburg], 2016.

Aan de hand van bovenstaande bundels zijn de volgende producties verschenen:

Drama:

Daniela Fischerová schreef een toneelstuk in het Tsjechisch dat zich concentreerde op het proces van Villon, genaamd Hodina mezi psem a vlkem – vertaald naar ‘Hond en Wolf’ maar letterlijk vertaald als ‘Het uur tussen hond en wolf’.

Baal van Bertolt Brecht werd geschreven van 1918 tot 1919. Hij baseerde de hoofdpersoon Baal naar François Villon. Sommige van de teksten die Brecht schreef voor “Threepenny Opera” zijn vertalingen of parafrases van gedichten van Villon. John Erskine schreef The Brief Hour of Francois Villon in 1937, een werk van historische fictie. Henry Livings’ The Quick and the Dead Quick (1961), is een onconventioneel historisch drama over François Villon.

Een toneelstuk uit 1935 van de Tsjechische auteurs Jan Werich en Jiří Voskovec genaamd Balada z hadrů (“Ballade van vodden”) werd geïnspireerd door het werk van Villon en bewerkte enkele van zijn gedichten als tekst voor een aantal liedjes.

Muziek producties:

De Italiaanse singer-songwriter Fabrizio De André componeerde het conceptalbum Tutti morimmo a stento waarvan de teksten zijn geïnspireerd op de poëzie van François Villon (met een van de nummers op het album getiteld La ballata degli impiccati, Ballade des pendus).

De Russische bardzanger Bulat Okudzhava heeft een lied genaamd “The Prayer of François Villon” (in het Russisch: “Молитва Франсуа Вийона” Molitva Fransua Viyona) (gecoverd door Regina Spektor in 2012 op het album What We Saw from the Cheap Seats).

Villon was een invloed op de Amerikaanse muzikant Bob Dylan.