SCHRIJVERS en DICHTERS uit de ARCHAÏSCHE PERIODE

De archaïsche periode in de Griekse geschiedenis beslaat de periode van ± 800 tot 480 v.Chr. 
Het woord archaïsch is van Griekse oorsprong en betekent vrij vertaald ‘uit het begin’.

De driehoek van Petersen is een begrip uit de literatuurwetenschap. Het verwijst naar een eenvoudige methode waarmee epiek, lyriek en dramatiek met elkaar kunnen worden vergeleken. 

Er zijn drie assen: monoloog tegenover dialoog, uitbeelding tegenover bericht en handeling tegenover toestand. Door telkens één hoekpunt en twee aanliggende zijden samen te nemen kan men op uiterst eenvoudige wijze de drie hoofdgenres definiëren:

  • epiek = een bericht over een handeling in de vorm van een monoloog
  • lyriek = de uitbeelding van een toestand in de vorm van een monoloog
  • dramatiek = de uitbeelding van een handeling in de vorm van een dialoog

ARCHAÏSCHE EPIEK

Homerus, ook wel Homeros, was een Griekse dichter en zanger die leefde van ca. 800 v.Chr. – ca. 750 v.Chr. Hij vervaardigde epische gedichten, waarin hij een groot aantal overgeleverde heldensagen, godenverhalen en mythische vertellingen uit zijn cultuur verwerkte. 

Over zijn geboorteplaats zijn de geleerden het oneens. Sommigen zeggen Smyrna – het huidige Izmir in Turkije – , anderen het eiland Chios. Chios wordt met grote nauwkeurigheid beschreven in de Odyssee en reeds in de 6de eeuw v.Chr. waren er op dat eiland rapsoden die zichzelf Homeridae (kinderen van Homerus) noemden en die zijn gedichten uitvoerden. Het eiland Ios in de Cycladen beroept zich op zijn begraafplaats.

Zijn naam werd reeds in de oudheid uitgelegd als een afleiding van “ὁ μὴ ὁρῶν”, “de niet ziende”, met andere woorden: zijn naam was een aanduiding dat hij blind was. Sommigen zijn van mening dat hij zijn ogen sloot, wanneer hij een verhaal vertelde en daardoor de bijnaam “de blinde bard” kreeg.[bron?] Ook de tijdsperiode en de omstandigheden waarin hij leefde blijven tot op vandaag grotendeels in nevelen gehuld. De Nederlandse geleerde Ruijgh heeft getracht aan te tonen dat Homerus reeds in de negende eeuw voor Christus moet hebben geleefd. Zijn handicap is een voor de hand liggende reden, waarom hij de kost verdiende met het verzamelen van verhalen, die hij waarschijnlijk door iemand anders liet opschrijven, maar zeker is dat niet. Sommigen beweren zelfs dat hij nooit bestond, of dat de naam Homeros een verzamelnaam was voor verschillende dichters, die de Ilias en Odyssee schreven. De studie omtrent deze onzekerheden, noemt men de homerische kwestie.

Het wordt erg waarschijnlijk geacht dat de gedichten ontstonden aan de westkust van Turkije of in de oostelijke Egeïsche Zee: de regio Ionië waartoe ook Ios en Smyrna behoren. De taal van de gedichten van Homerus is over het algemeen Ionisch, met lagen van archaïsmen en sporen van dialecten uit andere delen van de Griekse wereld. De Amerikaanse geleerde Milman Parry heeft aangetoond dat achter de werken van Homerus een mondelinge overlevering schuilgaat. Hij bewees zijn stelling aan de hand van de structuur en het muzikale ritme van de gedichten en met de herhalingen van clichés zoals “rozevingerige dageraad”, “ongeoogste zee” en “goddelijke Odysseus” waarop een bard kon terugvallen om een opening te vullen. Dat sluit niet uit dat er echt een Homerus kan geweest zijn die het bestaande mondelinge materiaal samenbracht in de volledige Ilias en misschien een tweede Homerus die hetzelfde deed met de Odyssee. Beiden zijn samenhangende literaire werken die in geschreven vorm voltooid zijn in de 8ste of het begin van de 7de eeuw v.Chr.

WERKEN van HOMERUS

epische gedichten.

Aan Homerus werden in de Oudheid de volgende werken toegeschreven: (?)

Vertalingen van de Ilias in het Nederlands:

  • Homerus: Ilias, de wrok van Achilles; ingeleid en vertaald in Nederlandse hexameters door H.J. de Roy van Zuydewijn, 2004.
  • Homerus: Ilias, vertaald door M.A. Schwartz, Amsterdam, 1956 (en vele herdrukken).
  • Homerus: Ilias, vertaald door Ben Bijnsdorp.[3]
  • Homeros: Ilias, (metrische vertaling), vertaald door Imme Dros, Van Oorschot, Amsterdam 2015. In 1999 verscheen van Dros al een bewerking van de Ilias onder de titel Ilios. Het verhaal van de Trojaanse oorlog.
  • Homerus, Ilias. Wrok in Troje, vertaald door Patrick Lateur in vijfvoetige jamben, Athenaeum – Polak & Van Gennep, Amsterdam, 2010, 2014². Bekroond met de Vlaamse Cultuurprijs Letteren 2013.
  • Homerus: Ilias (metrische vertaling), vertaald door Dr. Aegidius W. Timmerman, uitg. H.J. Paris, Amsterdam, 1931.
  • Homeros, Ilias en Odyssea, vertaald door Frans van Oldenburg Ermke, Kempische Boekhandel, 1959.

Vertalingen van de Odyssee in het Nederlands:

  • Homeros’ Odyssee, vertaald door Bertus Aafjes, uitgeverij Meulenhoff, 1965.
  • Homerus: Odyssee, de terugkeer van Odysseus; ingeleid en vertaald in Nederlandse hexameters door H.J. de Roy van Zuydewijn, 1992.
  • Homerus: Odyssee, vertaald door M.A. Schwartz, Amsterdam, 1956 (en vele herdrukken).
  • Homerus: Odyssee, vertaald door Ben Bijnsdorp.[4]
  • Homerus: Odyssee (metrische vertaling), vertaald door Dr. Aegidius W. Timmerman, uitg. H.J. Paris, Amsterdam, 1934.
  • Homeros, Odysseia, (metrische vertaling), vertaald door Imme Dros, Amsterdam, 1991.
  • Homerus, Odyssee. Een zwerver komt thuis, vertaald door Patrick Lateur in vijfvoetige jamben, Athenaeum – Polak & Van Gennep, Amsterdam, 2016.
Er zijn negen Muzen, zeggen sommigen — hoe kortzichtig:
er is ook nog Sappho van Lesbos, de tiende.

Sappho was een lyrische dichteres uit het oude GriekenlandAnacreon noemt haar “de zoetzingende”, Lucianus “de honingzoete glorie van Lesbos“, en een aan Plato toegeschreven epigram (Anthologia Palatina IX 506) noemt haar de “tiende muze“:

Een van de bronnen die biografische gegevens vermeldt, is de tiende-eeuwse Byzantijnse encyclopedie Suda, ongeveer vijftienhonderd jaar na Sappho. De Suda meldt dat zij haar floruit (bloeitijd) bereikte in de periode van de 42e Olympiaden (612 – 609 v.C.) en dus rond 630 v.Chr. moet zijn geboren. Haar sterfdatum is onbekend (omstreeks 580570 v.Chr.?). Ze was afkomstig uit Lesbos en haar geboortestad zou Mytilini of Eresos zijn.[3] [4] De Suda noemt acht mogelijke namen voor haar vader, waaronder Scamander (Σκάμανδρος), en haar moeder zou Cleïs (Κλέϊς) heten. Verder worden drie broers, Larichus (Λάριχος), Charaxus (Χάραξος) en Eurygius (Εὐρύγιος) genoemd.[3] Al deze gegevens zijn uiteraard zeer onzeker, aangezien dit geen contemporaine bron is.

Haar familie maakte deel uit van de lokale aristocratie en was actief betrokken bij de politiek in Lesbos. Als gevolg van de staatsgreep op het eiland na de opstand door Pittacus verbleef Sappho in het buitenland (Syracuse), maar uiteindelijk keerde ze in 581 v.Chr. naar Lesbos terug.

Het beeld van Sappho als lesbische dichteres dat zeker tot de 19e eeuw gangbaar was bij het brede publiek, vindt zijn wortels waarschijnlijk bij een gedicht van Ovidius, waarin Sappho een brief schrijft naar Phaon en impliciet haar liefde voor de meisjes uit haar kring vermeldt. Tot de 19e eeuw dacht men dat deze brief oorspronkelijk van Sappho zelf was en dat Ovidius deze vertaald heeft. Dat Sappho lesbisch was, werd dus al eeuwen aangenomen op basis van een fictieve brief.

Sappho’s poëzie is ambigu wat betreft haar seksuele geaardheid, aangezien ze zowel over heteroseksuele als homoseksuele verhoudingen schreef.

Sappho schreef in het Aeolische dialect van het Grieks, voornamelijk lyrische poëzie, liederen om gezongen te worden onder begeleiding van de lier. Haar werk kenmerkt zich door de verfijning van warme gevoelens. In een heel eigen stijl, getuigend van grote originaliteit, bezong zij haar eigen vrouwelijke wereld: de vertrouwelijke omgang met meisjes, muziek, feest, liefde, de natuurbeleving. De “diepste roerselen van haar ziel” wist zij zeer direct te verwoorden.

Naast deze persoonlijke gedichten schreef zij ook epische poëzie, epigrammen en bruiloftsgedichten.

Sappho’s lyrische gedichten bevatten de oudste bewaard gebleven persoonlijke expressie in de literatuur: eerdere poëzie, zoals die van Hesiodus en Homerus, handelde over de werken van goden en helden, of waren lofzangen voor de eredienst. Ook als musicus schijnt Sappho belangrijke innovaties te hebben gedaan: aan haar wordt de uitvinding van het plectrum toegeschreven en ze zou een aantal muzikale modi hebben bedacht.

De belangrijkste vier uitgaven van de 20e eeuw zijn:

  • Oden en fragmenten van Sapfo, vertaald door P.C. Boutens (1928).
  • Liederen van Lesbos, vertaald door Paul Claes (1985 en 2006).
  • Aart Wildeboer en Pierre J. Suasso de Lima de Prado: Sappho van Lesbos – Eros ontwortelt mijn hart, Ambo Anthos, 2014.
  • Gedichten, vertaald door Mieke de Vos (1999).

LYRIEK