“Zorg ervoor dat Aretino je vriend is,
Want het is slecht voor je om hem als vijand te hebben,
Alleen al zijn woorden kunnen de hoogste paus ruïneren,
Moge God iedereen voor zijn scherpe tong behoeden.”

PIETRO ARETINO  is geboren in Arezzo in de nacht van 19 op 20 april – 1492. 

Rond de gezinsomgeving en de jeugd van de Pietro is weinig betrouwbare informatie voor handen, die zelfs het vaststellen van enkele essentiële referentiepunten niet mogelijk maakt en daardoor recht doet aan de vele misverstanden die de Arezzo-traditie eeuwenlang hebben gevoed.

Hij was een satiricus en kunstcriticus die ook weleens wordt beschouwd als de ‘vader van de journalistiek’, maar die zich evenmin schaamde om de hoge adel belachelijk te maken, was een schitterende schrijver maar raakte vooral bekend als de meest verdorven en losbandige inwoner uit het Rome van zijn tijd. Bij de hoge heren tenminste, want het volk kon zijn capriolen en teksten best smaken, ook al omdat hij, hoewel anoniem werkend, in het algemeen werd beschouwd als één van de betere pamfletschrijvers voor Pasquino. Hoe meer Pietro Aretino werd gehaat door de adel en de paus, des te geliefder en onsterfelijker werd hij bij het publiek.

Pietro lacht zich dood

Op 21 oktober 1556 stierf Pietro Aretino op een, naar verluidt, vrij bijzondere manier. Aan zijn overlijden ging het nodige vooraf. Aretino had goede contacten met de schilder Titiaan (ca.1487-1576), die hem in 1556 een probleem voorlegde. De hertog van Urbino had hem namelijk gevraagd om een naaktschilderij te maken van diens lelijke, oude vrouw. Titiaan zat hiermee in zijn maag – het was in die tijd niet normaal een adellijke vrouw naakt te aanschouwen – en vroeg Aretino om raad.

De humorist Aretino had wel een aardig idee: hij huurde een goed geproportioneerde prostituee in om model te staan voor de vrouw van de hertog. Het gezicht van de hertogin moest Titiaan er dan zelf maar op schilderen. Titiaan gaf het doek als titel De Venus van Urbino. De hertogin was erg blij met het resultaat, ze had ineens een mooi lichaam, maar toen Aretino en Titiaan het schilderij (met overigens een knap hoofd erop, dus zo lelijk zal de hertogin niet zijn geweest) aan de hertog lieten zien, reageerde de hertog met de opmerking:

“Als ik het lichaam van dat meisje had kunnen bezitten, zelfs met het hoofd van mijn vrouw erop, was ik een gelukkiger man geweest.”

Volgens het verhaal, dat wellicht folkloristisch is, moest Aretino hier zo hard om lachen dat hij niet meer kon stoppen. De slappe lach zorgde ervoor dat hij een beroerte kreeg. Het lachen verging hem dus snel… Toen de priester gearriveerd was om hem het laatste sacrament – het laatste oliesel – toe te dienen, was Aretino al niet meer bij bewustzijn. Zodra echter de priester vertrokken was, deed Aretino zijn ogen open om zijn laatste woorden te spreken:

“Nu ben ik geolied. Houd me maar van de ratten weg.”

Titiaan, Venus van Urbino