De Shan Jing documenteert voornamelijk bergen en schatten, eerst door de topografie van belangrijke bergen en rivieren te beschrijven. Vervolgens worden houtsoorten, dieren en mineralen gecatalogiseerd, waarbij hun praktische toepassingen worden uitgelegd, vooral in termen van medicinale en bovennatuurlijke waarde.
De Hai Jing en de Huan Jing (The Classic of Wilderness) vertellen eerst mythen van oude keizers, beschrijven vervolgens verre vreemde landen en beelden uiteindelijk mythologie en volksreligies uit.
Zeldzame wezens, hun uiterlijk en functies krijgen veel aandacht. De Shu-vis lijkt bijvoorbeeld op een roodgevederde kip met drie staarten, zes voet en vier koppen. De klassiekers beweren dat het consumeren van zo’n vis mentale stabiliteit garandeert.
De omstandigheden waaronder dergelijke wezens zich zullen laten zien, worden ook uitgelegd. Wanneer een slangachtig dier met één kop en twee lichamen, bekend als Fei Yi, op een bepaalde plaats verschijnt, zal er zeker droogte optreden.
Hoewel dergelijke bijgeloven tegenwoordig allang hun betekenis hebben verloren, blijft de romantiek van de Shan Hai Jing onze verbeelding inspireren terwijl we uitkijken op een uitgestrekte en diverse wereld.