Dit schilderij toont de tweede van de Drie Zuiverheden, de Hemelse Waardige Numineuze Schat (Tianzun Lingbao天尊靈寶). Zijn naam komt van de geschriften die zijn geschreven als reactie op de groeiende invloed van het boeddhisme in het begin van de vijfde eeuw. Deze geschriften vormden uiteindelijk de basis voor het tweede deel van de taoïstische canon, dat is gewijd aan de hemelse waarde van de numineuze schat. Net als de Celestial Worthy of Primordial Beginning wordt hij beschouwd als een bron van taoïstische kennis en geschriften. Hij wordt vaak beschreven als de begeleider van de Celestial Worthy of Primordial Beginning, die hem de taak geeft om de geschriften aan mindere goden en mensen te onthullen. Als zodanig is hij de belangrijkste verspreider van taoïstische leringen. Hij wordt hier afgebeeld zittend op een troon in zijn hemelse rijk en met zijn identificerende attribuut, een scepter in de vorm van een paddenstoel die een ruyi wordt genoemd. De hiërarchische schaal van zijn twee bedienden benadrukt de superioriteit van deze verheven god.